VESTDIJK SIMON

Vestdijk Simon  (1898 - 1971)

Groeide op als enig kind van `Hollandse' ouders in een kleinburgerlijke Friese havenstad; zijn vader was er gymnastiekleraar. Na middelbaar onderwijs in Harlingen en Leeuwarden, studeerde hij medicijnen in Amsterdam, gelijktijdig met Slauerhoff. Maar terwijl deze al jong meewerkte aan Het Getij en De Vrije Bladen, valt Vestdijks eigenlijke debuut na het einde van zijn studie. Na o.m. als scheepsarts werkzaam te zijn geweest, wijdde hij zich vanaf 1932 geheel aan de literatuur. Tot zijn vroegste geschriften hoort de omvangrijke autobiografische roman Kind tussen vier vrouwen, mede ontstaan naar het voorbeeld van Prousts A la recherche du temps perdu. Door twee uitgevers afgewezen werd het voorgoed terzijde gelegd en pas in 1972 uitgegeven. Talrijke motieven eruit verwerkte de auteur evenwel later, o.m. in de Anton Wachter-romans. In de kring van het maandblad Forum had Vestdijk inmiddels een passend klimaat gevonden, in die mate dat men zijn toenmalige werk kan beschouwen als de vervulling van de Forum-idee. Later redigeerde hij samen met Greshoff en Van Nijlen Groot-Nederland, dat sinds 1936 de voornaamste krachten van Forum opving. De voortzetting van deze reeks met nog eens vier delen, vnl. gesitueerd in de Amsterdamse studentenwereld van de jaren twintig, bereikt zelden de gaafheid van wat eraan voorafging. Daarentegen mag men een boek als De koperen tuin (1950), een `muziekroman' die niet tot de Anton Wachter-reeks behoort, stellig als het meesterwerk in dit genre beschouwen. In geen andere roman heeft Vestdijk met zoveel tederheid en bitterheid zich rekenschap gegeven van de `Verwirrung der Gefühle' en van het menselijk onvermogen elkaar werkelijk te begrijpen en bij te staan. In geen roman ook is zo overtuigend afgerekend met de immoraliteit van de maatschappelijke vooroordelen en met de terreur van het fatsoen. Ook voortreffelijke novellen als De bruine vriend (1935) hebben een autobiografische inslag. In hoeverre er in een sombere psychopathologische roman als het destijds opzienbarende boek Meneer Visser's hellevaart (1936) autobiografische elementen verwerkt zijn, is een vraag naar achtergronden, of naar kunstenaarspsychologie: op zichzelf beschouwd onttrekt dit werk zich aan de uitbeelding van de eigen jeugd. Bijzonder knap is hier de freudiaanse analyse verbonden met de monologue intérieure; men kan ook zeggen dat het sadisme, zoals zich dat in de jaren dertig als een succesrijke politieke macht deed gelden, tot in de kern werd doorzien en daardoor afgewezen. Ook latere `eigentijdse' romans gaan vaak terug op eigen herinneringen, maar behandelen verwante thema's en motieven in meer geobjectiveerde vorm. Het werk van Vestdijk heeft ongetwijfeld door zijn thematiek, psychologie en stilistische kwaliteiten invloed uitgeoefend op dat van jongeren als Hella Haasse, Willem Brakman, Sjoerd Leiker en Maarten 't Hart. Van een `Vestdijkschool' of een verhouding `meester-leerling' kan echter niet worden gesproken. De toenemende aandacht voor zijn werk blijkt wel uit de oprichting in 1973 van de Vestdijkkring, die sinds dat jaar de Vestdijk-Kroniek uitgeeft (onder redactie van L.F. Abell).
  • Libri.it

    N. 224 CHRISTIAN KEREZ (2015-2024) MONOGRAFIALA PESTE SCARLATTALA REGINA DELLE NIAGARA FALLSLA SIRENETTA
  • Libri.it
  • Treccani